Het klooster Mariënhove van de Reguliere Augustijnen staande in ‘In den Birk’ 1420 kwam voort uit de groep Tertiarissen op de St-Andrieskamp nabij Amersfoort die zich van de Broeders des Gemeenen Levens hadden afgescheiden. Zij leefden tot 1416 onder leiding van Willem Hendriks, die in 1414 overleed, en zijn opvolger Gosuinis van Zanten. Deze laatste bracht de Tertiarissen ertoe in 1416 of 1417 de regel van de Kanunniken van Sint-Augustinus aan te nemen. De Regulieren verenigden zich met het klooster te Windesheim bij Zwolle, waar mede geïnspireerd door de prediking van Geert Groote, de monniken hadden besloten tot het strenger volgen van de regel van Sint-Augustinus. Hun huis op de Sint-Andrieskamp nabij Amersfoort bleek al snel te klein en daar kwam bij dat men er voor vreesde dat het als buiten de muren gelegen versterking door belegeraars zou kunnen worden gebruikt. In 1419 begon daarom de bouw van het klooster in De Birkt dat in 1420 door de Regulieren werd betrokken. Deze plaats werd veiliger geacht dan de eerdere locatie ten oosten van Amersfoort. Dit was een vergissing: in 1543 werd het klooster geplunderd door Maarten van Rossum. De monniken kregen toen een onderkomen binnen de stadsmuur van Amersfoort. Zij werden het eens met de Alexianinnen of Celzusteren, die de Augustijnen het St. Ursulakloostertje aan de kleine Haag overdeden, in ruil voor een nieuw te bouwen huis binnen de muren van “De Pot”. De Augustijnen herdoopten het nieuwe bezit in Mariënhof en gingen aanstonds over tot vergroting van het zusterconvent, door de Celzusteren vanuit Amsterdam in 1478 gesticht. De kapel is inmiddels afgebroken doch de rest van het klooster bleef grotendeels gespaard. Na de hervorming van 1580 vervielen de eigendommen van het klooster aan de gemeente Amersfoort.