100074a_.html
100073a_.html

FACSIMILE


MIRAKELBOECK

ONSER LIEVER VROUWEN

‘T AMERSFOERT

Uitgave ‘Het Onze Lieve Vrouwe Gilde”

Amersfoort 1946

441                                          Anno LXV
Item het was een eerbaer priester, woenachtich te Bruessel ende ginck schieten mit sommige schutten ter deijl in die stadt voerseijt. Ende van een schut mit een vier achter dat oer heeft int hoeft geschoeten, also dat dat ijser van die vier int hoeft bleeff steecken. Ende droecht vijff maenden lanck. Welcke priester in grote cranckheijt viel. In welcker cranckheijt ende zieckten hij denckende wert op dat beeldt van Onse L. Vrouwen t'Amersfoert ende heeft daer zijn bedevaert geloeft ende des selven nachts is hij dat ijser bij die hulp van Onser Vrouwen onwetende quijt geworden.

442                                          Anno LXV
Item t'was een man woenachtich te Leijden, die mit sijn huisfrou quam varen op een sleede op dat ijes op de Soeren. Aldus varende is die sleede ingebroecken ende omgestort. Die man is haestelick van die sleede gesprongen, maer sijn huisfrou is onder dat ijes geschoten. Dese man heeft een wiel tijts naerstelick gearbeijt ende heeft paerde ende sleede vuijtgetoghen ende heeft sijn wijff niet vernomen. In deser groter noot heeft hij sijn bedevaertr tot Onser L. Vrouwen t' Amersfoertr geloeft ende terstont heeft hij zijn huisfrou gevonden. Ende heeftse vuijtgetogen, anders niet schijnende doot te wesen. Aldus een wiel leggende is zij ontworpen ende heeft haer bevaert mit haer man gedaen, als zij geloeft hadden.

443                                           Anno LXV
Item het quam gevaren een schip mit x mannen, dat tot Hamburch thuijs hoerden, ende hadt te Rije gweest. Welck schip een lastich wijnt aen quam, als dat die waech dat schip te mael vervulde ende boert ende water even hoech was. Dese mannen hebben haer bevaert hier geloeft die weerde Moeder Goedts te versuecken ende terstont sijnt zij des waters quijt geworden. Ende zijnt te haven gecomen, daer zij begeerden.