The kneeling Canon.
School of the Master of Aix,
Southern Low Countries – 1460.
Acquired from Sir John Ranisden. Before: The Bernal Collection
The fact that the head of the upper figure cannot be seen here indicates that the panel must have been part of a larger original. In the original taller- state - it must have served as the left wing of an altarpiece. Works like these - known as retables - were usually commissioned and donated to a church by a wealthy prelate or nobleman, or a group of citizens (united in a guild or society). To prevent these benefactors from disappearing into oblivion, their portraits were often depicted on a wing of the retable. The piece of art would thus contribute to the welfare of the souls of the benefactors, as well as to their image in the world. The man holding the book must be the patron who paid for the piece, and his dress reveals him to be a canon. Canons were priests belonging to a diocesan church, who took care of pastoral services, education in schools, holy services and the administration and management of clerical property. The assembled body of canons, in the service of a diocesan church, was called the Chapter. The artist shows his virtuosity in dealing with light and perspective in the folds of the white mantle, and the tiles on the floor.
Paneel
Aix, Meester van, omgeving van
Zuid-Nederland
Stichtersportret: 'The Kneeling Canon'
ca. 1460
Herkomst: Sir John Ranisden, Bart. Daarvoor: the Bernal Collection.
Alleen al het feit dat het hoofd van een van de twee op dit paneel afgebeelde lieden niet zichtbaar is, geeft aan dat we hier te maken hebben met een kunstwerk dat eens onderdeel van een groter geheel is geweest. Het zal ooit een grotere hoogte gehad hebben en in die vorm zal het als linkervleugel van een altaarstuk gediend hebben. Dergelijke zogenaamde ‘retabels’ werden doorgaans door een rijk individu (een edelman of kerkprelaat) of een groep mensen (een gilde of genootschap) besteld en aan een kerk geschonken. Om de identiteit van deze gulle lieden niet in vergetelheid te doen geraken, werden schenkers vaak afgebeeld op de altaarzijvleugels. Zo waren goede daden van dit soort tevens een vorm van imagebuilding. De man die geknield is en een boek in de handen houdt, is waarschijnlijk de schenker van het altaarstuk waar het paneel ooit onderdeel van uitmaakte. Vermoedelijk was hij kanunnik. Kanunniken waren priesters van een bisschopskerk die zich bezighielden met zielzorg, de eredienst, onderwijs en beheer van de kerkelijke goederen. De totale groep kanunniken verbonden aan een bepaalde kerk werd een kapittel genoemd. De witte mantel die de heer op het paneel draagt, valt in hoekige plooien op de grond. Met het ingewikkelde vlakkenpatroon van de tegelvloer toont de kunstenaar zijn handigheid in het toepassen van perspectief.