Multimedia Art Productions

Johannes Lodewijk Dulcken - Meester Clavecimbelbouwer - Hasselt 1762-1776 Henk Poelarends ©2024
NOTR00160000430 kopie 2
NOTR00160000431 kopie
NOTR00160000432 kopie


Op den sestienden Julij des Jaars Seventien hondert , éen en sestig, compareerde voor mij Kier van der Piet, openbaar Notaris te Amsteldam

Juffer Amarensje de Broeker, huisvrouw van Seger van Rossen, Vroedvrouw, woonende binnen deze Stad op de angeliersgragt, getuige van competenten ouderdom en heeft ten verzoeke van Juffrouw Jacoba Geertruy Thieri minderjarige ongehuwde doghter geadsisteert met haar vader Bernardus Thieri, mede alhier woonagtig, voor de opreghte waarheid getuigt en verklaard:

Dat in het laatst van de maand februarij of in’t begin van de maand maart des Jaars 1760 als wanneer de requirante in deze in de kraam moest en op het laatst liep (zonder datzij getuige eghter in de precise dag te noemen, bepaalt wil zijn) bij en ten huize van getuige is gekomen de persoon van Willem Jan van den Bergh, makelaar hier ter Stede , en aan haar getuige heeft voorgestelt, dat zij getuige de requirante zoude versoeken om bij haar requirantes toen aanstaande verlossing in plaats van zijn Naam een andere naam op te geven, waarop zij getuige aan hem Willem Jan van den Bergh geandwoord heeft dat zij het der requirante wel zoude zeggen maar haar niet raade om zulks in’t geheel niet goed was, dat zij getuige eenige dagen daarna ook het geene door hem Willem Jan van den Bergh aan haar getuige was voorgestelt, aan de requirante gezegt hebbende en met bijvoeginge, dat zij getuige zulks te doen aan haar requirante niet raade want dat het in’t geheel niet goed was, zij requirante daar op aan haar getuige heeft geandwoord dat zij het ook nooit doen zoude.
Dat vervolgens op woensdag den 12den maart van’t zelve Jaar 1760 ’S morgens om agt uuren, zij getuige bij de requirante (toen op den Nieuwenzijds agterburgwal bij de huiszittensteeg woonagtig) om haar requirante te verlossen is gehaalt geworden, dat zij getuige aldaar gekomen zijnde de voornoemde Willem Jan van den Bergh alle mogelijke hulp en adsistentie aanhaar regte toebragt, zoo als ook hij Willem Jan van den Bergh ’s avonds toen de requirante zich in barenswee bevond, haar requirante heeft vastgehouden en present is geweest dat zij getuige aan haar requirante heeft gevraagdt wie de vader was van het kind daar zij requirante van stond verlost te worden, en dat zij requirante daarop andwoorde dat hij Willem Jan van den Bergh de vader was waarop zij zegte van een zoon verlost is.
Gevende zij getuige voor redenen van wetenschap, dat zij getuige het voorenstaande verklaarde gezien heeft, gehoort en bijgewoont overzulks bereid zijnde, al het zelve des gerequireert wordend met Solemmeelene eede te bevestigen.


Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 14.53.48

thiery:willem Lodewijk
Willem Jan van den Bergh:willem Lodewijk