Multimedia Art Productions

München

Johannes Lodewijk krijgt zijn opleiding bij zijn vader in Hasselt. Wanneer zijn ouders in 1776 naar Antwerpen verhuizen, gaat hij mee. De eerste vijftien jaren van zijn leven heeft hij in het kleine stadje Hasselt doorgebracht; nu gaat hij naar het grote Antwerpen.
Waarschijnlijk is hij in Antwerpen direct gaan meewerken in de werkplaats van zijn vader die zijn nieuwe vinding steeds verder verbetert. De vernieuwde klavecimbel heeft de naam pianoforte gekregen. Hoe lang ze samen in Antwerpen aan het werk zijn geweest is niet precies bekend; waarschijnlijk maar twee jaar. Ergens tussen 1777 en 1780 verhuist zijn vader naar Parijs, waar hij opnieuw een werkplaats inricht.
Waarschijnlijk waren de Dulckens, vader en zoon zeer succesvol. Zelfs zo succesvol dat dit wordt opgemerkt door Karl Theodor von der Pfalz, de keurvorst van Beieren. Deze Karl Theodor is een belangrijk man in die tijd en bestuurt een groot gebied in Duitsland. Hij was ook in het bezit van het Land van Ravenstein en het markizaat Bergen op Zoom en hij is hertog van Gulik en Berg. Hij heeft dus behoorlijk wat connecties in Nederland. Karel Theodoor is een groot muziekliefhebber en bespeelt zelf ook een instrument (fluit). Hij vraagt Johannes Lodewijk jr. om in 1779 mee te gaan naar München. Hij is dan pas 18 jaar. Zo jong en dan al erkend als geniale clavecimbelbouwer.
Over zijn leven en werk in München is veel bekend. Er zijn diverse artikelen over geschreven. Daarom nu enkele hoofdlijnen.

In München komt Louis in 1779 als assistent in dienst bij koninklijke pianobouwer Johann Peter Milchmeyer, die aan het hof van keurvorst Karl Theodor werkt. In zijn werkplaats is Johann Peter onder andere verantwoordelijk voor het zorgvuldig behouden, verbeteren en vernieuwen van alle vleugels die bij het paleis behoren. In juni 1782 neemt Dulcken het ambt van Milchmeyer over en wordt hij op 21-jarige leeftijd stadspianomaker. Hij is een echte ambachtsman. Hij maakt voor het hof bijzondere instrumenten en verkoopt de ene pianoforte na de andere, niet alleen in München en Beieren, maar ook ver daarbuiten. In München wordt hij op verschillende manieren aangesproken: Johann Ludwig, Jean Louis maar vaak ook enkel met Louis.

Detail_Dulckenflügel
Kurpfälzisches Museum Heidelberg


Scherm­afbeelding 2024-01-26 om 13.14.20
Kurfüstin Elisabeth Auguste


Scherm­afbeelding 2024-01-28 om 19.56.09
Keurvorstenpaar (links en rechts) en het klavier van Louis Dulcken II


Huwelijk

In 1799 trouwt Louis Dulcken met
Sophie Lebrun en wordt daardoor opgenomen in een zeer muzikale familie. Zijn vrouw Sophie is de dochter van de Badense virtuoze hoboïst en componist Ludwig August Lebrun en van de Badense sopraan en componist Franziska Danzi. Sophia is een buitengewoon goede pianiste en componeert zelf ook muziekstukken. Ze treedt op in Parijs, Zwitserland en Italië.
Louis Dulcken en zijn vrouw Sophie krijgen zeven kinderen, twee zonen en vijf dochters, die bijna allemaal carrière maken als bekende muzikanten. Door het huwelijk met Sophie Lebrun vormt het huis van Louis Dulcken 'lange tijd de meest interessante ontmoetingsplaats van de toenmalige goed opgeleide muziekwereld in München'. Musici en componisten komen langs.
Ook financieel gaat het Dulcken voor de wind. Hij verdient veel geld met zijn unieke pianofortes. Overal in Europa kopen vorstenhuizen zijn instrumenten. Keizerin Josephine van Frankrijk koopt tijdens haar bezoek aan München in 1805/06 twee van zijn instrumenten en ze bestelt kort daarna nog een derde, waar ze in Parijs zo blij mee zijn dat het daar lange tijd tentoongesteld wordt. In 1816 wordt er een vleugel bezorgd bij de Oostenrijkse keizerin Carolina Augusta, een dochter van de Beierse koning Maximiliaan I Jozef. Ook gaat er een instrument naar Sint-Petersburg.

Louis-Sophie-wit
Louis & Sophie Dulcken


Zijn werk

Dulcken heeft zich in zijn lange carrière ontwikkeld door steeds nieuwe verbeteringen uit te proberen. Zijn werk laat zien dat hij door verschillende stromingen beïnvloed is.
Van zijn vader en grootvader heeft hij geleerd hoe hij de constructie van de instrumenten optimaal moet maken. Zijn manier van het vastzetten van de klankbodem is typisch iets dat hij van thuis heeft meegenomen. Ook het verlijmen van de wanden van de klankkast op de bodem waarbij de wanden eerst verlijmd worden voordat hij met de verdere bouw van de fortepiano begint, is iets wat hij uit Hasselt/ Antwerpen heeft meegenomen. In de keuze voor de dikte van de verschillende onderdelen is de invloed van zijn vader en grootvader te herkennen.
Daarnaast is hij ook beïnvloed door de Augsburgse pianobouwer Andreas Stein en door andere Zuid-Duitse instrumentenbouwers.
Muziekkenners vertellen dat Louis Dulcken tijdens zijn leven beschouwd wordt als de meest succesvolle pianobouwer van München. Hij wordt geprezen voor bijvoorbeeld de kwaliteitskenmerken van zijn instrumenten. Ze hebben 'een puur sonore toon', houden 'een permanente stemming' en kunnen fagot, harp, harmonica enz. nabootsen door middel van een slim aangebracht mechanisme'. Ze worden gekenmerkt door 'een elegante en smaakvolle constructie', waardoor zijn instrumenten zeer gerespecteerd en welkom zijn. Kortom Dulcken is geniaal in zijn manier van bouwen. Hij weet klanken uit zijn instrumenten ten gehore te brengen die luisteraars tot vervoering brengen.
Zijn piano’s vallen in de prijzen. Hij ontvangt zowel in 1819 als in 1820 op een grote tentoonstelling in München een medaille voor zijn voortreffelijke fortepiano’s.
Vader Johannes Lodewijk sr. heeft het succes van zijn zoon nog mee mogen maken. Vanuit Parijs houdt hij contact met hem en aan het einde van zijn leven verhuist hij ook naar München waar hij tussen 1793 en 1795 overlijdt.
In 1828 stopt Louis als hofpianomaker. Hij overlijdt in 1836; zijn vrouw Sophie in 1863.


"Dulken, (Johann Ludwig), wurde zu Amsterdam den 5. August 1761 geboren, lernte in seiner Vaterstadt, und dann in Paris von seinem Vater Klaviere, Fortepiano und dergleichen Instrumente bauen, und wurde vom Churfürsten Karl Theodor als mechanischer Klaviermacher an seinem Hofe zu München 1781 angestellt, in welcher Eigenschaft er sich noch befindet, und daselbst den 18. April 1799 die berühmte Klavierspielerinn Sophie Le Brün heirathete. Dieser Künstler erwarb sich durch seine vortreffliche Fortepiano, die einen reinen, sonoren Ton haben, eine andauernde Stimmung halten, und durch einen geschickten angebrachten Mechanismus Fagote, Harfe, Harmonika etc. nachahmen, die vom Friederici in Gera erfundene Bebung vortrefflich enhalten, u. s. w. auch sich durch eleganten und geschmackvollen Bau auszeichnen, große Celebrität, seine Instrumente sind sehr gesucht und willkommen, und finden zahlreichen Abgang nicht nur in ganz Deutschland, sondern auch in Frankreich, in der Schweiz, Italien, Rußland u. s. w." Baierisches Musik-Lexikon, 1811, p. 70

Scherm­afbeelding 2023-11-01 om 20.13.08
Scherm­afbeelding 2023-11-01 om 20.14.07
Meerdere krantenartikelen


Henk Poelarends ©2024
In samenwerking met Hans Meijer