IN ALLE PROCESSEN HEEFT LOUIS DULCKEN MET VASTE REGELMAAT ONDER DIT SCHILDERIJ GESTAAN
De VIDEO over Louis Dulcken Sr en zijn familie is tot stand gekomen door archiefonderzoek. Elke onderstaande link geeft het document ter inzage. De archieven van Maastricht, Antwerpen, Amsterdam, Collectie Overijssel, Gereformeerde Kerk Hasselt, Epe en Heerde vertellen het onbekende verhaal over de familie Dulcken en werpt een nieuw licht op de muziekgeschiedenis omdat Louis Dulcken gezien kan worden als de uitvinder van de fortepiano in de Lage Landen.
Louis Dulcken werd gedoopt te Maastricht op 15 April 1735 in de St Janskerk als oudste zoon in het gezin van Johannes Daniël Dulcken en Susanna Maria Knopffell.
Rond de jaarwisseling van 1737/38 vertrekt de familie Dulcken met de noorderzon uit het Gulden Kruis, Mäönt, Maastricht naar Antwerpen omdat ze hun schulden niet kunnen afbetalen. Op 17 juni 1738 zijn ze failliet verklaard. De aflossing van de schulden duurt tot midden 1740.
Dulcken wordt de meest gewaardeerde Vlaamse klavecimbelbouwer van de 18e eeuw genoemd. Waarschijnlijk zijn ze hun schulden snel te boven gekomen, want de indruk bestaat dat ze rond 1747 al in goeden doen zijn. De familie Dulcken voegt zich in 1740 in Antwerpen bij een kleine Gereformeerde kerk: de Olijfberg, waar Johannes Diepelius voorganger is. In die Rooms-Katholieke omgeving vormt de kerkgemeenschap ’een kerk onder het kruis’ en worden ze gedoogd wanneer ze geen aanstoot geven.
In 1755 vertrekt Louis, twintig jaar oud, om zijn eigen weg te gaan. In maart 1755 wordt hij als lid ingeschreven in de Gereformeerde Kerk te Amsterdam. Daar ontmoet hij Catharina Koning. Het jonge paar gaat in ondertrouw op 7 mei 1756. Zijn vader moet daar toestemming voor verlenen omdat hij nog niet meerderjarig is. Johannes Lodewijk (Louis) Dulcken heeft in Amsterdam een goed lopend bedrijf opgebouwd. Vanaf 18 mei 1756 tot 18 november 1760 adverteerde Louis Dulcken in de Amsterdamsche Courant. Zijn adres was : “woond t’Amst. bezyden het Kathuysers Kerkhof, bij het Weduwe Hofje, en van daaruit verkoopt Dulcken zijn instrumenten. Om onbekende redenen verlaat het gezin Amsterdam en steekt het met de veerboot de Zuiderzee over en komt begin 1762 aan in Hasselt met drie kinderen waaronder de latere fortepianobouwer aan het hof van de Keurvorst te München, Louis Dulcken Jr gedoopt op 9 Augustus 1761.
Het kleine Hasselt in Overijssel heeft een rijke historie als vestingstad met veel privileges waaronder een eigen rechtspraak. Opmerkelijk is dat in 1762 op het marktplein bij het stadhuis nog een doodstraf voltrokken wordt. Een man die beschuldigd wordt van dood door schuld wordt ten overstaan van de toegestroomde burgers met een zwaard onthoofd.
Het gezin Dulcken gaat in Hasselt wonen op de hoek van de Nieuwstraat en de Regenboogsteeg. In Hasselt gaat Louis aan het werk als orgel- en klavecimbelbouwer. In het pand aan de Nieuwstraat heeft hij een atelier en werkplaats ingericht. Net als bij zijn vader stapelen de schulden zich op die we kunnen lezen in de verschillende processen.
In het voorjaar van 1771 wordt Dulcken met een nieuw probleem geconfronteerd. Een lid van het soldatengarnizoen in Hasselt, cornet van Guldener verspreidt kwaadaardige laster. Dulcken wordt van sodomie beschuldigd. Op 22 september slaat de vlam in de pan. In de herberg van Jan Mansvelt zit een groot aantal personen en het gesprek komt op Dulcken. Twee personen, Hendrik Tracy de Wilde en officier Hendrik Stuijlen verspreiden de laster waar Guldener mee begonnen is als zijnde waar. Dulcken doet op 8 oktober via zijn advocaat aangifte tegen de Wilde wegens kwaadaardige laster.
De eis is dat de Wilde in het openbaar erkent dat hij verkeerd heeft gehandeld door leugens te verspreiden, waardoor de goede naam en eer van Dulcken is geschaad. Ook wordt er 1000 ducaten als schadeloosstelling geëist.
De sfeer tussen Dulcken en de magistraat Exalto D’Almaras is ondertussen uiterst gespannen. Dulcken uit zijn boosheid bij een van de burgemeesters. Daarvan is de burgemeester niet van gediend. De magistraat laat daarop Dulcken oppakken en in de gevangenis zetten. Dit gebeurt waarschijnlijk direct na 7 januari 1772.
Dulcken gaat in 1773 naar Antwerpen, de stad waar zijn vader zoveel clavecimbels bouwde. Zijn woonadres blijft Hasselt waar zijn vrouw en kinderen blijven wonen, maar zijn werkadres is Antwerpen. Hij heeft daar waarschijnlijk twee redenen voor. In de eerste plaats is hij in Hasselt zijn leven niet zeker. Op sodomie stond de doodstraf. Het handelen van de magistraat is zo onberekenbaar dat hij zomaar weer opgepakt kan worden. De tweede reden is dat hij in Antwerpen betere kansen ziet om zijn nieuwe vinding de pianoforte op de markt te brengen.
In de Gazette van Antwerpen van 10 september 1773 staat een advertentie waarin hij zijn werk aanprijst. ‘Jean Louis Dulcken, (oudste zoon van den overledene Daniël Dulcken), meester orgel en clavecimbelmaker tegenwoordig te Antwerpen, met intentie om aldaer mettertijd daar te komen woonen, presenter zijn dienst om te maeken ofte repareren orgels oft clavecimbels.
En in de Gazette van Gent op 6 juli 1775:
‘Sieur Louis DULCKEN van Antwerpen, oudsten Zoon van Daniël, adverteert, om zyne Konste bekend te maeken, dat by alhier heeft doen brengen twee Clavecin-Bellen, te weten een Steirt-Stuk en een Forte piano van zyn werk, zynde eene nieuwe Uytvindinge, dewyl men ongemerkt en zonder in commoditeyt den thoon van de zelve kan diminueëren en casseeren, welke Stukken te koop en eenige dagen te zien zyn in de Herberge den Duydsch by S. Jacobs Kerke binnen deze Stad, alwaer de Liefhebbers hun konnen laeten vinden, om dezelve te examineeren. Nota. Deze Uytvindinge van diminuëeren en casseeren kan aen alle Stukken gebragt worden’.
Dulcken probeert aansluiting te zoeken bij de kerk van zijn ouders in Antwerpen. Er is een brief van 26 oktober 1774 bewaard gebleven van ds. Diepelius aan de magistraat van Hasselt. Uit die brief wordt duidelijk dat Dulcken niet zonder meer kan worden toegelaten. De dominee heeft van een knecht van Dulcken verhalen te horen gekregen over wat er in Hasselt is voorgevallen.
Dulcken reageert woedend. In Hasselt is hij afgewezen en nu wijst de dominee hem af op grond van roddels.
Samenvatting van de brief van Johannes Diepelius 1774
De oorzaken die mij aanporren om een hooge-attestatie van UEdekmogenden te vraegen, is geenszins haat, ofte wederwraak, want God verbied den haat en gebied een wreker te zijn, omdat hij des Heeren is; maar een verhaal van Dulkens knegten, waaruijt verstaan heb, dat haer Baas van den Magistraat aldaer vanwegens sodomie verdagt was, dat hij meer als al te veel schulden aldaar hadde, dat hij om burgemeester te woorde was gevangelijk gezet, hebbende vele burgers opgeruit, dat hij met eene jodinne was in verdagt geweest, en nog veel andere grootere boosheden bedreven hadde.
7 mei 1776
Het proces betreffende sodomie loopt al vanaf 22 september 1771 en vindt nu een einde. Dulcken wordt in het gelijk gesteld en De Wilde wordt veroordeeld voor het verspreiden van kwaadaardige laster. Of Dulcken de 1000 gulden schadeloosstelling heeft gekregen is niet duidelijk.
Op 3 november 1776 zijn Dulcken en zijn vrouw in Amsterdam waar ze een kopie van hun huwelijksakte in de kerk in Sloterdijk ophalen. Om ergens anders een nieuw leven te kunnen beginnen, hebben ze deze akte waarschijnlijk nodig om te kunnen bewijzen dat ze gehuwd zijn. Uit deze gegevens blijkt dat de familie Dulcken uiterlijk november 1776 Hasselt heeft verlaten.
Ze gaan wonen in Antwerpen van waaruit hij zijn nieuwe vinding, de pianoforte, in diverse steden verkoopt. Op 13 maart 1777 is hij in Gent, waar hij in het logement de Haeze-Wind een klavecimbel verkoopt met dubbele klavieren en vijf registers, in 1740 in Antwerpen gemaakt door Daniël Dulcken. Johannes Lodewijk heeft de klavecimbel van zijn vader omgebouwd tot een pianoforte en het vergroot tot vijf octaven.
Toch blijft hij niet in Antwerpen wonen. Rond 1780 vestigt hij zich in Parijs, in 1783 in de Rue Vieille du Temple en vanaf 1788 in de Rue Mauconseil. Zijn laatste levensteken komt uit München waar hij bij zijn zoon gaat wonen. Hij overlijdt tussen 1793 en 1795 te München want op de ondertrouw acte van Jan Dulken 1795 staat: ouders dood
VIDEO DEEL I - Bach Goldberg Var. 30. a 1 Clav. (Cees-Willem van Vliet - Bätz orgel Amersfoort)
ONDERTROUW TE AMSTERDAM
Johan Lodewijk Dulcken (Louis Sr) van Mastrigt gaat op 7 may 1756 in ondertrouw te Amsterdam met Catrina Koning. Syn vader Daniel Dulken, te Antwerpen heeft consent goet ingebragt. Acte verleent den 23 May 1756 om te Sloterdijk te trouwen.
CATTHUYSERS STRAAT - WEDUWEHOFJE AMSTERDAM
Amsterdamsche courant: LOUIS DULCKEN, Mr. Orgel- en Clavecimbaal-maaker, woonende bezyden het Catthuysers kerkhof t’Amsterdam, presenteerd uit de hand te koop een magnificq Clavecimbaal, zynde een Staartstuk; het geen alle dagen (uitgenomen Sondags) te zien is, ‘s morgens van 9 tot 1, en ’s namiddags van 3 tot 8 uuren. NB. Alhoewel ‘er gezegt word dat zyn welbekend Koninglyk Cabinet-Orgel zoude verkogt weezen, zo adverteerd men mits dezen, dat het zelve nog te koop is.
De huizen naast het Weduwehofje Kathuysers Straat staan er nog steeds. De “vier seizoenen” gebouwd in 1731.
VIDEO DEEL II HASSELT - (1762-1776)
HUIS VAN DULCKEN AAN DE NIEUWSTRAAT TE HASSELT
Catharina Koning speelt de sonate opus 2 - deel I, gecomponeerd door Francesca Lebrun in de witten kamer. (Paula Bär-Giese sopraan, kleding Lydia Vroegindeweij)
HET OUDE RAADHUIS (REGTHUYS) TE HASSELT OVERIJSSEL
THEMA HAAT OFTE, WEDERWRAAK
VIDEO REGHTHUYS HASSELT
In dit gedeelte van de video is het decor de rechtszaal van het Oude Raadhuis voor de Aria Oh mia cor uit ALCINA van Händel.
Alcina - Paula Bär-Giese - sopraan Cees-Willem van Vliet - clavecimbel Magistraat - Henk Poelarends
Het leven van Nicolaes van Galen van HASSELT (Overijssel)
VIDEO DEEL III
NICOLAES VAN GALEN - JOHANNES VERMEER VAN HASSELT - INFO NICOLAES VAN GALEN
Hans Meijer - luit
IN ALLE PROCESSEN HEEFT LOUIS DULCKEN DUS MET VASTE REGELMAAT ONDER DIT SCHILDERIJ GESTAAN
De Rechtspleging van Willem de Goede (190 x 213 cm) Gesigneerd door N v Galen en gedateerd 1657 vanaf 1657 tot heden OUDE RAADHUIS HASSELT
Het doek is gesigneerd door de in Hasselt wonende N. van Galen. Zoon van Juriaen van Galen en de 'adellijke' Rijkien van Ittersum. Zij was de dochter van de licentmeester en later Hasselter burgemeester Hendrik van Ittersum en Carsien Claesen. In 1605 was zij met Jurrien getrouwd. Nicolaes van Galen zelf huwde in 1649 met de in Amersfoort geboren Johanna Ferreris. De in 1639 geboren zoon van haar oudere broer mr. Bernard Ferreris, Dirck, was eveneens schilder. Van Galen, die inmiddels 2 kinderen had gekregen, Rijckjen (1650)en Theodoor (1652), verbleef in 1652 in Kampen waar hij contact had met de Amsterdamse kunsthandelaar Jacob Ritsma. In genoemd jaar eiste de schilder Claes van Galen in een brief van deze Ritsma de afdracht van het bedrag dat hij ontvangen had voor twee aan hem ter hand gestelde schilderijen. Nicolaes van Galen voegde aan het schilderij F. [ fecit (= maakte)] toe.
Het leven van Nicolaes van Galen van HASSELT (Overijssel)
EXTRA INFORMATIE Koninglyk Cabinet-Orgel Project 2025
Informatie Louis Dulcken orgel huis Beuning/de Clercq - Keizersgracht 187
Van 1756 tot 1757 adverteert Louis Dulcken in de Amsterdamsche courant met een Koninglyk Cabinet Orgel. Dit orgel is uiteindelijk verkocht aan de Clercq, die woonde op de Keizersgracht 187.
De kamer waarnaast het orgel opgesteld stond is nu te zien in het RIJKSMUSEUM Beuningzaal.
Momenteel wordt er bekeken of het Koninglyk Cabinet Orgel mogelijk weer op te stellen is in de Beuningkamer in het Rijksmuseum.
De koopman Mathijs Beuning (1707-1755) had in de jaren 1744-1748 het achterhuis keizersgracht 187 laten bouwen en één van twee zalen daarvan ingericht met een uitzonderlijke, rijk gesneden mahoniehouten betimmering. Deze zaal was door een dubbele deur verbonden met een aangrenzende kleinere zaal in het linker gedeelte van het achterhuis. In de tijd van Matthijs Beuning werden in deze twee zalen regelmatig huisbijeenkomsten gehouden door de Amsterdamse Hernhutters. De kern van dit genootschap werd gevormd door de collegianten, waartoe de van huis uit doopsgezinde familie Beuning behoorde. Jacob de Clercq (1710-1777), die het huis in 1753 van Matthijs Beuning kocht, liet vervolgens in de kleine zaal een gigantisch huisorgel aanbrengen: Het Koninglyk Cabinet Orgel van Louis Dulcken
De Zweed Bengt Ferrner noemt dit orgel in zijn reisverslag, nadat hij onder meer op 5 april 1759 bij Jacob de Clercq te gast was geweest.
THE DULCKEN FAMILY, INSTRUMENT MAKERS - MUSICIANS
• Johannes Daniël Dulcken (21 april 1706 – Antwerpen 11 april 1757) x Susanna Maria Knopffllin
• Johannes Lodewijk (Louis)Dulcken I (1735 - † tussen 1793 en 1795 München) x Catharina Koning
• Johannes Lodewijk (Louis) Dulcken II (1761 - † München 1836) [brother Johannes Dulcken ( 26 December 1768 - †?)]
Louis Dulcken x Sophie Le Brün
Brün, (Sophie Le), the daughter of the famous Bavarian court musician Ludwig August Le Brün, and the great singer Franziska Le Brün, née Danzi, was born in London on 20 July 1781, learnt the basics of music in Munich with Knechtl, the piano with Streicher, and the basso continuo with Schlett, and married the royal Bavarian mechanical piano maker Johann Ludwig Dülken in Munich on 18 April 1799. She is a true artist on the piano in every respect, and plays this instrument with spiritual expression, true feeling and extraordinary skill. When she travelled to Paris, Switzerland and Italy, her excellent playing enchanted every listener, and connoisseurs and artists conceded her the first rank in this art. In addition to this, she sings very well, has a deep insight into the essentials of music, combines her great practical musical knowledge with theoretical knowledge to the same degree, and has a thorough understanding of composition. She has composed several concertos, sonatas and the like for the piano; it is a pity that they have not become generally known through engraving or printing.
On 25 June 1831 Louis Dulcken relinquished his post as royal keyboard instrument maker; he died five years later. In his will Dulcken named as heirs his wife Sophie Lebrun (b London, 20 June 1781–d Munich, 23 July 1863), his sons Theobald and Heinrich, his married daughters Louise and Franziska Bohrer, and his then unmarried daughters Violande, Johanna, and Caroline Dulcken. Theobald as business manager and Heinrich as builder apparently completed their father’s commitments after his death but soon closed the shop. Both sons eventually moved to London where Theobald became a wool merchant and Heinrich an organist. Louise and Franziska had married the brothers Max and Anton Bohrer; Louise became court pianist in Stuttgart. Violande became a concert singer in Munich. Dulcken's son Theobald became Louis partner about 1816, and the business continued until 1831, when Louis Dulcken retired.
Théobald Dulcken 1800-1882 Married in 1828, Munich, Bavière, Allemagne, to Louise Marie David 1811-1850
Heinrich Dulcken, organist, 1801 Married to Auguste Burghaagen
Louise Sophie Dulcken 1803-1857 Married to Maximilian Caspar Anton Bohrer 1785-1867
Franziska Dulcken 1805-1873 Married to Joseph Anton Bohrer 1783-1863
Violanda Dulcken, prix du Conservatoire de Paris 1810-1863/ Married 18 April 1837 (Tuesday), Munich, Bavière, Allemagne, to Jean
François Adolphe Bouvier 1802-1862
Ferdinand Quentin Dulcken (1837–1901)
Sophie (Louise Auguste) Dulcken 6 March 1835 in London, † 15 July 1923 in Dinard (Brittany), pianist
(Sarah) Isabella (Auguste) Dulcken, Dulken, married name Braun
ABSTRACT
COMPLETE EDITIE - HENK POELARENDS / HANS MEIJER
ABSTRACT
COMPLETE EDITION - HENK POELARENDS / HANS MEIJER
ABSTRAKTE
GESAMTAUSGABE - HENK POELARENDS / HANS MEIJER
De Stichting Musick’s Monument is het “Dulcken, drie generaties clavecimbel & fortepiano bouwers” project gestart.
Uit het genealogisch onderzoek van Hans Meijer naar zijn voorouders kwam Jan Dulken, geboren te Hasselt, te voorschijn.
The Musick's Monument Foundation has started the ‘Dulcken, three generations of harpsichord & fortepiano builders’ project.
Hans Meijer 's genealogical research into his ancestors revealed Jan Dulken, born in Hasselt.
ONDERTROUW TE AMSTERDAM
GEBOREN TE HASSELT OVERIJSSEL 26-12-1768
Johannes (Jan) Dulken zijn vader was Johan Lodewijk Dulcken en zijn grootvader Johan Daniël Dulcken.
Johannes (Jan) Dulcken zijn broer Louis Dulcken.
Johannes (Jan) Dulken his father was Johan Lodewijk Dulcken and his grandfather Johan Daniël Dulcken.
Johannes (Jan) Dulcken his brother Louis Dulcken.